Soms zijn meerdere stappen nodig om de effecten van aanpassingen in het beleid volledig en correct te verwerken in een meerjarenraming. Voor dergelijke gevallen worden fictieve praktijkvoorbeelden uitgewerkt om de gang van zaken te illustreren. Per voorbeeld worden de effecten op een aantal aspecten, zoals het resultaat, de algemene reserve, de vrije buffer en de liquiditeit, gegeven. Hierbij wordt de 'Richtlijn jaarverslaggeving en begroting PKN' gevolgd. Daarnaast zijn de volgende definities van belang:
Met ingang van de meerjarenraming 2024 worden de effecten van herwaarderingen van onroerende zaken, installaties en inventarissen en van koersresultaten van effecten en beleggingsfondsen zoveel mogelijk direct in het vermogen verwerkt. Tot en met de meerjarenraming 2023 gebeurde dat indirect via het resultaat.
Met ingang van de meerjarenraming 2025 is de afhandeling van herwaarderingen van vaste activa en van koersresultaten van effecten en beleggingsfondsen in de meerjarenraming eenvoudiger geworden.
De verwerking van herwaarderingen van vaste activa en van koersresultaten van effecten en beleggingsfondsen gebeurt altijd in drie stappen, waarbij de derde stap automatisch door FRIS wordt uitgevoerd:
De afhandeling van investeringen of desinvesteringen van vaste activa en aankopen of verkopen van effecten en beleggingsfondsen werkt op een iets andere manier:
Het wezenlijke verschil zit bij punt 3: bij herwaarderingen en koersresultaten wordt dit uitgevoerd door FRIS, bij (des)investeringen of aan- en verkopen moet dit handmatig gedaan worden.
Let erop dat rekeningen voor bestemmingsreserves en -fondsen, dus ook die herwaarderingsreserves en reserves koersverschillen, nooit een negatieve eindbalans mogen hebben. De geraamde eindbalansen zijn te vinden op het scherm ‘Balans’.
De volgende praktijkvoorbeelden in de genummerde lijst verwijzen naar bovenstaande drie stappen. Let op: deze praktijkvoorbeelden zijn alleen relevant vanaf meerjarenraming 2025 (en niet voor meerjarenraming 2024 en/of eerder).