Overheveling

Richtlijn Overheveling Deze richtlijn is door het Generaal college voor de behandeling van beheerszaken (GCBB) vastgesteld in zijn vergadering d.d. 15 januari 2025

Reikwijdte en achtergrond

Deze richtlijn heeft betrekking op de jaarverslaggeving van alle plaatselijke gemeenten en diaconieën van de Protestantse Kerk in Nederland.

Aanleiding en rechtsgrond richtlijn Met ingang van 1 mei 2018 is het GCBB in het leven geroepen. Het College kan richtlijnen geven en modellen voorschrijven voor gemeenten, diaconieën, kerkelijke stichtingen en richtlijnen voor de Classicale Colleges voor de Behandeling Beheerszaken (CCBB’s). Een van de taken van het GCBB is het zoveel mogelijk uniform handelen door de CCBB’s te bevorderen. Tevens heeft het GCBB als visie om richtlijnen bestemd voor de CCBB’s ook transparant te maken voor de gemeenten en diaconieën. Deze richtlijn geldt voor alle CCBB’s en zal bekend worden gemaakt voor gemeenten en diaconieën.

Inhoud richtlijn

1. Waarom een richtlijn overheveling?

Volgens ordinantie 11.7.3 is een college van diakenen eerst na voorafgaande toestemming van het CCBB bevoegd tot:

  • Het beschikbaar stellen van diaconale gelden voor niet diaconaal werk van de gemeente.

Dit beschikbaar stellen wordt ook wel aangeduid als overheveling. Hoewel niet iedereen dit een prettig woord vindt, gebruiken we deze term verder kortheidshalve. Gezien de generale regeling artikel 4 lid 4 is het GCBB bevoegd om aanwijzingen te geven aan de CCBB’s met het oog op de bewaking van de kwaliteit van het toezien en de afstemming van het beleid. Met name op het punt van een uniform beleid ten aanzien van overheveling is er behoefte aan een aanwijzing. Deze richtlijn moet duidelijkheid geven wanneer er sprake is van overheveling en als daar sprake van is, duidelijkheid geven welke informatie aangeleverd moet worden en hoe een verzoek tot overheveling wordt beoordeeld.

2. Overheveling is pas aan de orde als er sprake is van niet diaconaal werk.

Het feit dat de diaconie geld besteedt aan kosten die normaal door de gemeente worden gemaakt, denk aan kosten predikant, kerkelijke werker, gebouw etc. leidt niet automatisch tot overheveling. Het gaat om het doel van de bijdrage van de diaconie. In die gevallen dat het doel een duidelijk diaconaal doel dient is er geen sprake van overheveling. Een goed onderbouwde omschrijving van het doel in de aanvraag tot overheveling is daarom een belangrijke voorwaarde om vast te stellen of er sprake is van overheveling.

3. Aanvraag indienen bij het BMCV.

De aanvraag dient te worden ingediend door de kerkenraad en het college van diakenen gezamenlijk. In de aanvraag dient het doel van de te besteden gelden duidelijk worden omschreven. Ook is een korte beschrijving van het proces van totstandkoming van de aanvraag van belang. Tenslotte dient er in de aanvraag een goede onderbouwing van het percentage dat de diaconie bijdraagt aan een project te worden gegeven.

4. De eerste stap bij een aanvraag is een inhoudelijke beoordeling.

Dit is geen financiële beoordeling maar een inhoudelijke beoordeling. Van belang is dat kerkenraad en college van diakenen gezamenlijk het beleid hebben vastgesteld voor een gezamenlijke activiteit. Hierbij hebben ze ook bepaald welk percentage van de gezamenlijke activiteit door de diaconie wordt bijgedragen. Het BMCV zorgt ervoor dat een deskundige op het gebied van de inhoud de aanvraag op de inhoud beoordeelt. In die classes waar al een classisteam werkzaam is, beoordeelt het classisteam de aanvraag en brengt advies uit aan het BMCV en CCBB. Het BMCV en CCBB besluiten gezamenlijk over dit advies. Indien besloten wordt dat er geen sprake is van overheveling, hoeft er geen financiële beoordeling door het CCBB plaats te vinden. Het BMCV koppelt het besluit dat er geen sprake is van overheveling terug aan het college van diakenen en de kerkenraad. Als er sprake is van twijfel ten aanzien van de omvang en/of de vorm van de medefinanciering van het beschreven doel, wordt de aanvraag formeel aan het CCBB voorgelegd.

5. Beoordeling door het CCBB van het financiële aandeel.

Bij een gezamenlijk project van gemeente en diaconie gaat het naast de inhoudelijke afweging, ook om de verdeling van de lasten tussen gemeente en diaconie. Het CCBB beoordeelt de onderbouwing van het aandeel dat de diaconie betaalt in het gezamenlijk project. Dit kan de volgende uitkomst hebben.

a. Het CCBB gaat akkoord met het percentage/ bijdrage van de diaconie. Feitelijk is er dan geen sprake van overheveling. Dat advies wordt doorgeleid naar het BMCV en deze deelt het college van diakenen mede dat er geen sprake is van overheveling. Anders gezegd het college van diakenen krijgt toestemming om de bijdrage te leveren.

b. Het CCBB vindt het percentage te hoog en constateert daarmee, dat er feitelijk wel sprake is van overheveling. In dat geval past het CCBB het criterium toe dat is beschreven in punt 6.

6. Het CCBB constateert dat er financieel gezien sprake is van overheveling.

Het CCBB past dan het volgende criterium toe: Een minimale besteding aan diaconale doelen moet geborgd zijn. Het beleid van de diaconie is van groot belang, maar er moet een borging zijn dat een deel van de diaconale baten tenminste naar zuiver diaconale doelen gaat. Dat wordt bereikt door tenminste al het in een jaar ontvangen levend geld (en de ontvangsten voor doorzendcollecten) geheel te besteden aan diaconale doelen. M.a.w., dit garandeert dat er geen overheveling wordt betaald uit het levend geld van de diaconie. Dit geldt dan voor alle jaren dat er sprake is van overheveling. Alleen als uit de beoordeling blijkt de bijdrage van de diaconie aan dit criterium voldoet kan het CCBB toestemming voor overheveling geven.

7. Overheveling ter voorkoming van opheffing van een gemeente.

Dit betreft de bijzondere omstandigheid dat het voortbestaan van de gemeente aan de orde is. Het CCBB bepaalt of dit het geval is en neemt een besluit over zowel de omvang als de vorm van de overheveling waarvoor het toestemming wil verlenen. Dit besluit wordt meegedeeld aan het BMCV. Als het BMCV hiertegen gegronde bezwaren heeft, overleggen CCBB en BMCV. Het CCBB deelt het uiteindelijke besluit mee aan de betreffende diaconie en kerkenraad.

Commentaar op deze richtlijn

Deze richtlijn is zorgvuldig tot stand gekomen, maar het kan altijd zo zijn dat u in uw praktijk tegen zaken aanloopt die of niet in deze richtlijn zijn behandeld, of andere problemen geven. In dat geval ontvangt het GCBB graag uw commentaar en aanbevelingen. Uw commentaar of aanbevelingen kunt u mailen naar gcbb@protestantsekerk.nl. Deze zullen dan behandeld worden door het GCBB en zo nodig leiden tot het aanpassen van de richtlijn voor het volgende verslagjaar. Ook nieuwe wetgeving kan leiden tot aanpassingen. Het GCBB streeft er naar deze wijzigingen steeds tijdig voor aanvang van het nieuwe verslagjaar bekend te maken.

Deze richtlijn kan worden aangehaald als de Richtlijn Overheveling